Ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van de stad Rotterdam sloeg burgemeester Bram Peper door een druk op de knop op 2 februari 1990 bij ’s Rijks Munt in Utrecht het eerste exemplaar van de kantelmunt ‘Porter’. Stichting Penningenactie en de Rotterdamsche Bankiersvereeniging waren de initiatiefnemers voor de Rotterdamse munt.

Betaalmiddel

De bedoeling was om 400.000 munten te slaan, maar de Rotterdamsche Bankiersvereeniging hoopte dat dit er veel meer zouden worden. De penningenactie moest tot eind december als een rode draad door het Rotterdamse jubileumjaar gaan lopen. Elke munt vertegenwoordigde een waarde van 5 gulden en kon in Rotterdam als betaalmiddel worden gebruikt. Het was geen wettig, wel een gegarandeerd betaalmiddel. Naast de ‘porter’ kon men nog een luxe set van drie munten aanschaffen (goud, zilver en brons) voor de prijs van 650 gulden. Een groot deel van de opbrengst zou worden gebruikt om de activiteiten van het jubileumjaar te bekostigen. Daarnaast zouden enkele kleine doelen worden gesteund.

Kantelmunt

Het opschrift van de munt is ontworpen door de Rotterdamse kunstenaar Clemens Zijlmans. De voorzijde toont de Willemsbrug met opschrift ‘Rotterdam 1340-1990’, de andere zijde het Noordereiland met een stukje Kop van Zuid/Feijenoord en de Waterstad met drie maal het opschrift ‘Porter’. Behalve dat het de eerste eigen munt van Rotterdam was, was het tevens de eerste kantelmunt ter wereld. Deze kantelmunt, ontwikkeld door kunstenaar Alfons van Leggelo, had schuine kanten zodat zij gemakkelijk was op te rapen.

Introductie

Op 9 april 1990 vond in het World Trade Centre het officiële startsein plaats van de verspreiding van de ‘Porters’. Acteur Luc Lutz, in de rol van Erasmus, en minister van Financiën Wim Kok schaften beiden de munt van 5 gulden aan. Burgemeester Peper kocht de luxe herdenkingsset. De munten waren verkrijgbaar in 175 bankvestigingen en bij een groot aantal postkantoren. Betaald kon worden in praktisch alle winkels en bedrijven, in taxi’s, bij benzinestations en in het openbaar vervoer.

Geen doorslaand succes

In eerste instantie werden van de kantelmunt 200.000 exemplaren geslagen, waarna er nog eens 100.000 bij zouden komen. De gehoopte 400.000 stuks werd zeker nooit gehaald. De Stichting Penningenactie hoopte overigens dat de Rotterdammers de munten zouden bewaren. Immers: elke niet ingeleverde munt leverde de stichting 5 gulden op. Het is niet duidelijk hoeveel munten er nog bij mensen thuis liggen.